Chasing

Waarom jaagt je hond achter fietsers of joggers aan? En wat kun je eraan doen? Het is een bekend beeld: jij loopt ontspannen met je hond door het park, en ineens boem! Hij schiet er vandoor, achter een fietser, jogger of zelfs een konijn aan. Frustrerend. En soms zelfs gevaarlijk. Niet alleen voor je hond, maar ook voor de ander. Maar waarom doet je hond dit? En nog belangrijker; hoe stop je dit gedrag? Waar komt dit gedrag vandaan?

Najagen is vaak instinctief gedrag. Veel honden zijn gefokt om te jagen, drijven of waken. Een bewegend object activeert dat oerinstinct. Joggers, fietsers, katten en vogels zijn voor veel honden letterlijk “triggers”. Maar instinct is niet het hele verhaal. Wat veel mensen vergeten, is dat honden niet alleen reageren op wat ze zien, maar vooral op energie. Als jij gespannen bent of wanneer jouw hond te weinig fysieke of mentale uitdaging krijgt dan zoekt hij een uitlaatklep. Najagen wordt dan een soort zelfbedachte oplossing voor opgekropte energie/spanning.

Wat je niet moet doen:

• Boos schreeuwen: een hond hoort alleen frustratie en raakt óf bang óf nog opgewondener
• Trekken aan de lijn (met name naar achteren) als een reflex. Dit vergroot de spanning
• Straffen achteraf: een hond koppelt straf niet aan gedrag dat 10 seconden eerder is gebeurd

Wat je wel moet doen:

De oplossing begint niet bij de jogger of de fietser. De oplossing begint bij jouw energie en leiderschap.

1. Beweging vóór gedragscorrectie. Zorg dat je hond dagelijks voldoende beweging krijgt. En nee, niet een rondje om het huis. Honden hebben een taak nodig. Een stevige wandeling waarbij jij rustig, kalm en doelgericht loopt, doet wonderen. Loop jij gehaast en gestrest? Dan neemt jouw hond dat over. Beweging haalt de scherpte van zijn instinct. Een hond die moe is kun je makkelijke dingen leren.
2. Structuur en discipline. Zorg voor duidelijke regels. Jij bepaalt het tempo van de wandeling, niet jouw hond. Houd hem aan een korte lijn naast je, zonder spanning. Gebruik lichaamstaal. Rust. Intentie. Je hoeft niet hard te roepen om duidelijk te zijn. Ziet hij een fietser en wordt hij alert/trekken/“enthousiast”? Correctie. Niet boos. Gewoon een kalme, directe correctie met een lichte ruk of beter nog; een lichte tik met je voet tegen zijn zij (niet schoppen! Zie het als iemand die je in de bioscoop popcorn wilt geven en die persoon daarvoor aantikt om de aandacht te krijgen) om zijn focus te breken. Corrigeer spanning bij het opbouwen, niet pas als het gedrag explodeert.
3. Leiderschap door rust. Honden volgen rust, geen herrie. Laat jouw energie er één van vertrouwen zijn. Dat betekent: jij wandelt zelfverzekerd en laat je nooit meeslepen in de spanning. Als jij kalm bent, voelt je hond geen reden om het zelf te ‘regelen’. Laat hem naast of achter je lopen tijdens de wandeling. Niet ervoor. Dat is geen “dominantiegedoe”, dat is simpelweg rust en duidelijkheid geven.
4. Affectie? Ja, maar op het juiste moment. Aaien na een uitbarsting versterkt het gedrag. Liefde geef je als hij rustig is. Zo versterk je balans, niet chaos.

Jij bent de gids, niet de toeschouwer

Honden die fietser, konijnen..etc najagen is geen ‘karakterfout’. Het is een teken van een hond die leiding zoekt. Jij moet geen harde leider te zijn maar wel duidelijk. Rustig. Consequent. En aanwezig. Met de juiste energie, structuur en beweging kun je je hond helpen kalmeren en zich veilig te laten voelen door jouw leiderschap.

Wil je begeleiding bij dit gedrag? Boek een intakegesprek en ontdek hoe jij binnen enkele weken een sociale, fijne hond aan je zijde kunt hebben. Samen creëren we rust. Voor jou én je hond.